Ga je het dak vernieuwen of een schuurtje slopen en heb je veel dakafval af te voeren? Dit hoort niet in een bouw- en sloopafvalcontainer, maar hier moet een aparte dakafvalcontainer voor worden besteld.
Waarom? Dat heeft alles te maken met het recycleproces van dakafval. Dit afval wordt namelijk op een andere manier verwerkt dan gemengd bouwafval.
Wat is dakafval?
Dakafval bestaat uit dakgrind, bitumineus afval, ook wel dakleer genoemd en teerhoudend materiaal. Ook ander bouwafval, zoals bijvoorbeeld hout of steen met verkleefd dakleer of ander aanhangend isolatiemateriaal valt onder dakafval. Sinds 1983 is het verboden om teerhoudend materiaal te gebruiken bij dakbedekking, maar omdat veel huizen voor deze tijd zijn gebouwd is de kans groot dat je teerhoudend materiaal tegenkomt bij het verbouwen of verwijderen van je dak. Voor daken die na het verbod zijn gebouwd, zijn vaak rollen dakbedekking gebruikt, gemaakt van bitumen.
Wat is bitumen?
Bitumen is een populair dakbedekkingstype dat vooral gebruikt wordt op platte daken. Het is een vloeistof gewonnen uit ruwe aardolie, waar in sommige gevallen kunststofvezels aan worden toegevoegd voor de elasticiteit. Het is het meest gebruikte materiaal voor de bouw van platte daken, maar het kan ook worden gebruikt voor een licht hellend dak. De voordelen van bitumen is dat het isolatievriendelijk, waterdicht en redelijk gemakkelijk te herstellen is. Ondanks dat het merendeel van de daken op dit moment uit bitumen bestaat, krijgt het materiaal steeds meer concurrentie van EPDM, een synthetische variant van rubber en het volledig uit kunststof bestaande PVC.
Wat is teerhoudend materiaal?
Dakbedekking bestond vroeger voornamelijk uit teervilt, teermastiek en teerdaklak, gemaakt van ruwe teer. De ruwe teer wordt voor gebruik gedestilleerd tot steenkoolteerpek. Deze stof bevat vaak een hoge concentratie polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). Deze stoffen ontstaan bij onvolledige verbranding van koolstofbevattende materialen, zoals bijvoorbeeld hout. Teerhoudend materiaal is te herkennen aan dat het vaak verkleefd is aan isolatieresten, taaier is en glimt. Ook heeft teerhoudend materiaal een indringende, vaak ‘zoete’ geur. Omdat de stoffen schadelijk kunnen zijn voor je gezondheid en in sommige gevallen zelfs kankerverwekkend kunnen zijn, mag het sinds de jaren 80 niet meer gebruikt worden. Wanneer je gaat slopen is het slim om een PAK marker te gebruiken. Er wordt dan een vloeistof op een monster gespoten om te kijken of er PAK aanwezig is en in welke mate, zodat je niet bloot wordt gesteld aan meer dan de toegestane 300 nanogram/m3.
Wat mag er in een dakafvalcontainer?
Dakafval mag niet zomaar in een gemengde container voor bouw- en sloopafval. Dakgrind, dakleer (bitumen) en teerhoudend en bitumineus aanklevend materiaal moet apart worden ingezameld in een dakafvalcontainer. Op de inhoud van de hele container mag er nog 10% hout en ander sloopafval bij.
Asbest, asbesthoudend of asbestgelijkend materiaal mag nooit in de afvalcontainer. Ook kunststof, golfplaten, metaal, puin en glas zijn niet toegestaan in de dakafvalcontainer. Heb je twijfels over wat waar mag? Neem even contact op, of download ons handige overzicht.
Hoe wordt dakafval gerecycled?
In Nederland ontstaat jaarlijks zo’n 100.000 ton aan dakafval. Het dakafval wordt na inzameling eerst gescheiden en gesorteerd op soort. Zo kan dakgrind na het wassen en zeven direct weer worden gebruikt als dakgrind. Teerhoudend afval (vervuild bitumineus afval) kan vanwege de schadelijke stoffen niet worden hergebruikt. Alle recyclebare materialen zoals hout en steen worden eruit gefilterd. Het vervuilde afval wordt verbrand of ingezet als hulpbrandstof in thermische verbrandingsinstallaties. Bitumenafval dat geen teer bevat wordt verkleind met een schredder. Het bitumengranulaat dat hierbij ontstaat kan onder andere worden gebruikt als duurzame grondstof voor de productie van asfalt. Wanneer bitumen oud is kan de kwaliteit aangetast zijn. Zo kan het bijvoorbeeld scheurtjes hebben gekregen en aangetast zijn door de lange blootstelling aan UV-straling. Bij verwerking kan dit bitumen worden ‘verjongd’. De viscositeit van de bitumen wordt hierbij verlaagd, waarna het weer te verwerken is als nieuwe grondstof.